Zomerverwachting: zo warm en zonnig wordt de zomer

26 mei 2024, 07:11

Seizoensverwachting

Na een kletsnatte lente ben jij misschien wel toen aan een zonniger en droger weertype. Maar of het zover komt is de vraag. In deze zomerverwachting bespreken we de signalen voor de komende zomer. Wordt het vooral zonnig, droog en warm of kunnen we nog meer regen verwachten?

Om een idee te krijgen wat voor zomer het wordt kijken we naar de volgende zaken:

  1. Wat is een normale zomer?
  2. De invloed van klimaatverandering op de zomer
  3. Wat volgt op een natte lente?
  4. De invloed van de zeewatertemperatuur
  5. Speelt El Niño of La Niña nog een rol?
  6. Deze signalen zien we in de seizoensmodellen
  7. De betrouwbaarheid van seizoensmodellen

1. Wat is een normale zomer?

Volgens het huidige klimaatgemiddelde over de periode 1994-2023 mogen we in de zomermaanden juni, juli en augustus rekenen op een graad of 23 overdag. Daarbij is het aan het begin en aan het einde van de meteorologische zomer een paar graden minder warm. Vooral in juni kan het soms nog fris zijn door zogenaamde schaapscheerderskou.

De zomer telt in De Bilt maar liefst 66 warme dagen met maxima van 20 graden en meer. Op 23 dagen stijgt de temperatuur zelfs naar een zomerse 25 graden of meer. En op 5 dagen wordt de tropische 30 graden behaald. De zon schijnt gemiddeld zo’n 7 uur per dag (bijna 40% van de daglichtperiode) in de zomer. Regen hoort ook bij onze zomer en daarbij valt aan het begin van de zomer minder regen dan aan het einde. In juni valt gemiddeld over het land 66 mm, in juli 79 en in augustus 89 mm. Het gaat in de zomer vaak om relatief korte en felle buien, want het regent slechts 5% van de tijd. En met droog weer is het dan al snel lekker buiten.

Klimaatgemiddelde voor de zomer over de periode 1994-2023.
Klimaatgemiddelde voor de zomer over de periode 1994-2023.

De normale Nederlandse zomer is dus eigenlijk heel aangenaam om lekker actief te zijn en om op warme dagen naar het strand of een meer te gaan. Het gemiddelde zomerweer is natuurlijk opgebouwd uit veel normale dagen, maar ook uit flinke uitschieters naar boven en naar beneden. Dit komt doordat we in Nederland sterk afhankelijk zijn van de windrichting, waardoor koele of hete lucht wordt aangevoerd en die kan vochtig of droog zijn. In de recordwarme zomer van 2018 waanden we ons bijvoorbeeld aan de Middellandse Zee en in de natte zomer van 2011 in regenachtig Schotland.

Lees ook: Dit weer is normaal in de zomer

2. De invloed van klimaatverandering op de zomer

Onze zomers zijn door klimaatverandering sterk opgewarmd. De klimaatgemiddelde zomertemperatuur (over de dagen en nachten) is in De Bilt gestegen van 16,1 graden over de periode 1951-1980 naar 17,6 graden over de periode 1994-2023. De gemiddelde maximumtemperatuur in de zomer steeg van 20,7 naar 22,5 graden. Door deze opwarming komt het gemakkelijker tot zomerse dagen dan halverwege de vorige eeuw. Het aantal dagen met 25 graden en meer in De Bilt is toegenomen van 13 naar 23!

Trend klimaatnormaal zomer

Lees ook: Zo warm wordt onze zomer door klimaatverandering

Alleen al op basis van de statistiek is de kans op een warmere zomer dan normaal groot. 20 van de 24 zomers (83%) in deze eeuw verliepen warmer dan de toen geldende normaal. Twee (8,5%) verliepen normaal en slechts twee zomers (8,5%) waren kouder dan normaal. De top-10 van warmste zomers wordt gedomineerd door jaren uit deze eeuw.

De laatste te koude zomer beleefden we in 2011 met een gemiddelde zomertemperatuur (over alle dagen en nachten) van 16,3 graden en een gemiddelde maximumtemperatuur van 20,6 graden. Dat was in de jaren 50 een normale zomer! In 2011 kwam het slechts tot zeven zomerse dagen. In 2021 hadden we voor het laatst een vrij normale zomertemperatuur met 17,7 graden. Toch verliep de zomer vreemd, met een uitzonderlijk warme junimaand en tijdens de zomervakanties werd het steeds koeler en wisselvalliger. Vorig jaar beleefden we een wisselvallige, maar warme zomer. Met 18,4 graden staat deze zomer op een gedeelde zesde plaats, vooral dankzij een recordwarme en recordzonnige juni.

3. Wat volgt op een natte lente?

Na een natte lente volgde in het verleden vaak een sombere en koele zomer, maar voor de neerslag is er geen verband. Soms verliep de zomer die volgde zeer droog, andere keren normaal of zeer nat. Vooral aan het begin van de zomer kan de invloed van een natte lente nog merkbaar zijn. De bodem is dan erg vochtig en daardoor verdampt er veel bodemvocht. Dit werkt de vorming van wolken en buien in de hand en ook kost dit verdampen energie, waardoor de lucht minder sterk op kan warmen.

Toch volgde in het verleden op een natte lente zeker niet altijd een sombere en koele zomer. Na de natste lente ooit in 1983 volgde juist één van zonnigste, droogste en warmste zomers uit de meetreeks tot dan toe. Hogedrukgebieden kregen meer grip op het weer, onderdrukten de vorming van wolken en zo werd het geleidelijk warmer en zonniger.

4. De invloed van de zeewatertemperatuur

We beleven dit jaar niet alleen een extreem natte lente, maar zeer waarschijnlijk is dit ook de warmste lente ooit gemeten. Door deze warme lente bedraagt de zeewatertemperatuur van de Noordzee voor onze kust nu al ongeveer 15 graden. Dat is bijzonder hoog, want gemiddeld in deze eeuw is het zeewater in mei een graad of 12. Een warmere Noordzee voor de deur betekent dat het in de kustgebieden bij een aanlandige wind warmer is dan normaal en dan is het op een zonnige dag als snel ideaal strandweer. Maar een warmere zee betekent ook dat bij onstabiel weer meer vocht kan verdampen. Het gevolg is dan meer wolken en buien. Het warme en wisselvallige weer houdt zichzelf daarmee in stand.

Een tropische dag levert drukte op de stranden op.  Foto: Anne-Marie van Iersel
Een tropische dag levert drukte op de stranden op. Foto: Anne-Marie van Iersel

5. Speelt El Niño of La Niña nog een rol?

Weerfenomeen El Niño heeft zeer waarschijnlijk een rol gespeeld in de natte lente die we dit jaar in ons land beleven. Op onze zomer heeft El Niño echter geen aantoonbare invloed en El Niño verdwijnt aan het begin van de zomer. Mogelijk dat we aan het einde van de zomer al met tegenhanger La Niña te maken krijgen, maar ook die heeft geen aantoonbare invloed op ons zomerweer.

6. Deze signalen zien we in de seizoensmodellen

En dan is het nu tijd voor een blik op de seizoensmodellen. Deze tonen voor de komende zomer eensgezind beduidend warmer weer dan normaal. Significante verschillen tussen de maanden zijn er dit keer niet te vinden. De kans op koel zomerweer is in alle drie de maanden klein. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat er geen koele zomerweek kan voorkomen, maar warm weer zal de overhand hebben. Daarbij krijgen we waarschijnlijk meer zomerse en tropische dagen dan gebruikelijk. De korte broek kan dus vaak aan!

Wandelaars in de zon met zomers weer. Foto: Elly Theunisse
Wandelaars in de zon met zomers weer. Foto: Elly Theunisse

Uitgesproken signalen voor de neerslaghoeveelheden zijn er niet te vinden. Dat betekent dat we rekening moeten houden met een normale wisselvallige zomer, waarbij geregeld regen- en onweersbuien kunnen ontstaan en regenzones ons land soms aandoen. Maar zo uitgesproken nat als in de lente lijkt het deze zomer niet te worden en tussen de buien door kunnen we een gebruikelijk hoeveelheid zon verwachten. Er zijn dus vast genoeg mooie momenten om er lekker opuit te trekken in eigen land.

De signalen van de seizoensmodellen sluiten wat dat betreft goed aan bij de uitgangspositie dat er veel bodemvocht beschikbaar is, waardoor gemakkelijk buien kunnen ontstaan. En met de warme Noordzee voor de deur is de kans op warmer weer dan normaal groot. Ben jij liefhebber van onweer? Dan kan dit voor jou wel eens een goede zomer worden, gezien de warme en wisselvallige signalen. En warm en buiig weer is ook goed voor de natuur en jouw tuin! Warmte en buien staan echter ook garant voor veel muggen.

Heftig onweer nadert Renkum. Foto: Wiebe de Jager.
Heftig onweer nadert Renkum. Foto: Wiebe de Jager.

7. De betrouwbaarheid van seizoensmodellen

Computerberekeningen voor een heel seizoen vooruit staan nog in de kinderschoenen, maar ze voegen wel wat toe aan de statistische benadering. Maand- en seizoensverwachtingen komen zo’n 60% van de tijd uit. Ter vergelijking: de verwachting voor 5 dagen vooruit komt 90% van de tijd uit. Daarom moet een seizoensverwachting echt anders worden bekeken.

De seizoensverwachting voor de eerste maand is logischerwijs betrouwbaarder dan voor de derde maand. Maand- en seizoensverwachtingen voor de zomer en winter komen bovendien vaker uit dan die voor de lente en de herfst. Dit komt doordat de voorspelbaarheid van de atmosfeer in de overgangsseizoenen, waar kou en warmte elkaar vaak afwisselen, kleiner is.

Lees ook: Zo betrouwbaar zijn maand- en seizoensverwachtingen

Tot slot nog een belangrijke kanttekening: seizoensmodellen schetsen puur een grove trend voor de maandgemiddelde luchtdruk, temperatuur en neerslag. Ook in een gemiddeld warme maand kan zomaar een koele week zitten en andersom. Dergelijke details zijn op zijn vroegst aan te geven in onze maandverwachtingen en natuurlijk in ons weerbericht, maar we kunnen ons dus voorzichtig instellen op een warme zomer met regelmatig een bui.

Banner Whatsapp WOL

Videothumb: Gieny Westra

Jaco van Wezel

Jaco van Wezel

Meteoroloog en redacteur

Weernieuws-onderwerpen

Kies een onderwerp om meer te weten te komen over het weer…

Nieuwsoverzicht

Weeronline nieuwsbrief

Ontvang wekelijks de leukste nieuwtjes en weetjes over het weer

Gratis inschrijven