Lenteverwachting: zo snel barst de lente los

24 februari 2024, 07:00

Seizoensverwachting

De lente kwam de laatste jaren erg moeizaam op gang, met pas laat in de lente de eerste warme dagen. Moeten we daar ook dit keer rekening mee houden of barst de lente juist vroeg los? In deze lenteverwachting bespreken we hoe de kaarten geschud zijn en wat we al weten over de lente van 2024.

Na de winter, of beter gezegd na een halfjaar herfst, zijn we wel toe aan zonnig en warm weer. Maar hoe reëel is het om dat gelijk al in maart te verwachten? Gemiddeld telt maart in ons huidige klimaat vier officiële lentedagen in De Bilt met 15 graden of meer. Veel vaker blijft het echte lenteweer dus nog uit en roert maart zijn staart. Normaal halen we op maar liefst 14 dagen de 10 graden niet.

Ook in april horen koude lentedagen er echt nog bij. April doet wat hij wil en daarbij komt de winter nog wel eens om de hoek kijken. Maar gemiddeld blijft de temperatuur dan slechts op vier dagen onder de 10 graden steken. De Bilt telt in ons huidige klimaat dertien lentedagen (15 graden of meer) en vier warme dagen (20 graden of meer).

In mei breekt de lente meestal echt door met maar liefst 24 lentedagen, maar we moeten aan het begin van de maand nog wel rekening houden met ijsheiligen. Gemiddeld komt de temperatuur al elf keer op 20 graden of meer uit en drie keer wordt het al zomers warm met 25 graden of meer. Tropische dagen (30 graden of meer) zijn ook in ons opgewarmde klimaat nog zeer uitzonderlijk.

Klimaatgemiddelde voor de lente over de periode 1994-2023.
Klimaatgemiddelde voor de lente over de periode 1994-2023.

In de lente is het aan de kust vaak nog een stuk frisser dan in De Bilt en in het zuidoosten kan het juist al warmer worden. In de lente waait de wind vaak vanaf de Noordzee en die is na de winter op z’n koudst. Dit maakt het aan zee vaak frisser, maar het is er ook het zonnigst. Boven het warmere binnenland ontstaan meer stapelwolken.

De lente staat ook bekend om zijn grilligheid. In de lente kan het weer van dag tot dag en van week tot week sterk verschillen. Door de sterker wordende zon wordt het geleidelijk warmer, maar tegelijk ligt de kou ook nog op de loer. De wind hoeft zeker in het begin van de lente maar even uit het noorden te waaien of we hebben te maken met winters weer. Een zuidenwind kan in de tweede helft van de lente al zomerse warmte in ons land brengen.

Meer over het lente-klimaat in Nederland lees je hier

Klimaatverandering maakt de lente aangenamer

Door de opwarming van het klimaat neemt het aantal warme dagen in de lente toe en vallen de eerste lekkere dagen gemiddeld ook steeds eerder in de lente. Alleen de afgelopen paar jaren moesten we er toevallig wat langer op wachten. De koude noordenwind is door opwarming van het klimaat minder koud geworden en de zuidenwind voert vaker bijzonder zachte lucht aan.

Heerlijk terrasweer. Foto: Ton Wesselius
Heerlijk terrasweer. Foto: Ton Wesselius

Gemiddeld over de periode 1994-2023 is het in de lente overdag 14,5 graden. Over de periode 1951-1980 was dat nog 12,7 graden. Het aantal dagen met vorst is gedaald van 17 naar 13. We beleven tegenwoordig dus veel warmere lentes dan halverwege de vorig eeuw en de komende decennia zal deze opwarming doorgaan. Dat alleen maakt de kans op een warme lente al groter dan de kans op een koude lente.

Lees ook: Zo warm wordt onze lente door klimaatverandering

Alleen al op basis van de statistiek is de kans op een zachtere lente dan normaal groot. 16 van de 24 lentes (67%) in deze eeuw verliepen warmer dan de toen geldende normaal. Vijf (21%) verliepen normaal en slechts drie lentes (13%) waren (vrij) koud. De laatste koude lente beleefden we in 2021 met 8,1 graden tegen 9,9 normaal.

Relatief warme Noordzee en El Niño vergroten kans op natte lente

De temperatuur van de Noordzee is in de lente van grote invloed op het verloop van de lente. Na een milde winter is de zeewatertemperatuur hoger dan gemiddeld. Met een warme Noordzee is er aan het begin van de lente een grotere kans op warmer weer dan gemiddeld, maar het warme zeewater kan ook resulteren in meer wolken en buien. De zee verdampt meer vocht, waardoor buien een grotere hoeveelheid regen kunnen brengen.

Daarnaast is er een statisch verband met El Niño, waardoor we rekening moeten houden met een nattere lente dan gebruikelijk. Na een winter waarin weerfenomeen El Niño actief was volgt in ons land meestal een relatief natte lente. Door een verandering in de positie van lage- en hogedrukgebieden weten neerslagzones en buien ons vaker te bereiken.

Lees meer: Dit is de invloed van El Niño op het weer in Nederland

Seizoensmodellen: vooral begin van de lente nat, later warmer en zonniger

Volgens de verschillende weermodellen die een trend schetsen voor de komende maanden moeten we rekening houden met een natte en zachte start van de lente. In maart hebben we vooral te maken met wind vanaf de relatief warme Noordzee en daarbij weten zachte lucht, buien en neerslagzones ons land regelmatig te bereiken. Naarmate de lente vordert neemt de invloed van hogedrukgebieden volgens de meeste weermodellen toe, wat betekent dat de kans op droog en zonnig weer stijgt. Daarbij is het naar verwachting dan ook warmer dan gemiddeld.

Zomerse warmte in Gouda op 30 mei 2018. Foto: Joop van Duivendijk
Zomerse warmte in Gouda op 30 mei 2018. Foto: Joop van Duivendijk

Opmerkelijk is dat de onzekerheid in de verwachting in april het grootst is, terwijl de betrouwbaarheid van de verwachting in mei groter is. Waarschijnlijk komt dit doordat onduidelijk is wanneer de overgang van het natte weer naar een droger weertype intreedt. Duidelijk is in elk geval dat we ook dit jaar waarschijnlijk weer vrij lang op fraaie lentedagen moeten wachten. Dit keer is het daarbij waarschijnlijk niet koud zoals in de afgelopen jaren, maar is het de regen die ons vaak nog parten speelt. Dit is ook in lijn met wat we na een El Niño winter en met een relatief warme Noordzee mogen verwachten. Maar uiteindelijk maken we in de tweede helft van de lente kans op extra veel warme en zonnige dagen. En dan lijkt het misschien zelfs al een beetje op zomer.

Betrouwbaarheid seizoensmodellen

Belangrijk is om bij bovenstaande verwachting te bedenken dat maand- en seizoensverwachtingen zo’n 60% van de tijd uit komen. Ter vergelijking: de verwachting voor vijf dagen vooruit komt 90% van de tijd uit. Daarom moet een seizoensverwachting echt anders worden bekeken, als een grove trend voor het seizoen. Ook in een gemiddeld zachte maand kan zomaar een koude week zitten en andersom. Dergelijke details zijn op zijn vroegst aan te geven in onze maandverwachtingen en natuurlijk in ons weerbericht Nederland.

De seizoensverwachting voor de eerste maand is normaalgesproken betrouwbaarder dan voor de derde maand. Maand- en seizoensverwachtingen voor de zomer en winter komen bovendien vaker uit dan die voor de lente en de herfst. Dit komt doordat de voorspelbaarheid van de atmosfeer in de overgangsseizoenen, waar kou en warmte elkaar vaak afwisselen, kleiner is.

Lees ook: Zo betrouwbaar zijn maand- en seizoensverwachtingen

Banner Whatsapp WOL

Jaco van Wezel

Jaco van Wezel

Meteoroloog en redacteur

Weernieuws-onderwerpen

Kies een onderwerp om meer te weten te komen over het weer…

Nieuwsoverzicht

Weeronline nieuwsbrief

Ontvang wekelijks de leukste nieuwtjes en weetjes over het weer

Gratis inschrijven