Het klimaat van een groot land als China is moeilijk in tien zinnen te beschrijven. Hoe zuidelijker des te vochtiger. In het zuidoosten is het klimaat tropisch. Het regenseizoen loopt van mei tot november. Het noordoosten en Centraal-China hebben een landklimaat: heet in de zomer en koud in de winter. In het zuidwesten, het hoogland van Tibet, heerst een bergklimaat. In het noorden, Gobi en Tarimbekken, is het klimaat droog. In juli is het daar 30°C, in januari -15°C. Ook binnen een etmaal verschillen de temperaturen van elkaar als dag van nacht. Aan de kust wordt het klimaat gematigd door invloeden van zee. Naar verhouding valt daar meer neerslag.