Vooral in de lente en zomer is de laatste jaren geregeld sprake van overlast door droogte. Wie in het westen van Nederland, rond het IJsselmeer of in Friesland woont kan denken: water genoeg toch? Zo simpel is het echter niet. Hoe dit zit lees je in dit artikel.
Door klimaatverandering is de kans op periodes met zeer droog weer toegenomen, maar het blijft echt niet maandenlang droog; een woestijn zal Nederland niet worden. Dat een flinke droge periode overlast veroorzaakt komt vooral doordat we in ons land zijn ingesteld op aanvoer van voldoende water.
Neerslagverschillen in Nederland
Als we kijken naar de gemiddelde jaarlijkse neerslagsom zijn de Randstad, de Veluwe en Zuidoost-Limburg de natste gebieden. De oostelijke helft van Brabant en het noorden en midden van Limburg is de droogste regio. Deze verdeling is niet het hele jaar door zo. De kustgebieden zijn nat in de herfst en winter, maar juist relatief droog in de lente.
Lees meer hierover in onderstaande artikelen:
Water stroomt door Nederland
Naast neerslag is er nog een andere bron van zoet water in Nederland. Via rivieren, met name de Rijn en de Maas, stroomt dagelijks water ons land in.
Grote waterreservoirs
Naast de grote rivieren kennen West-Nederland en Friesland talloze meren en plassen. Daarnaast is er nog het IJsselmeer, het Markermeer en de Randmeren rond Flevoland. Hierdoor zijn de risico’s van het opraken van zoet water in grote delen van ons land uiterst klein. Zoetwaterreservoirs die dicht bij de zee liggen maken kans op verzilting bij droogte en dit kan negatieve gevolgen hebben voor de natuur en landbouw. Bij langdurige droogte moeten de belangen uiteindelijk zorgvuldig worden afgewogen, want de eventuele gevolgen van laag grondwater in bijvoorbeeld de kleigronden in West-Nederland zijn ontzettend groot.
Lees hier alles over in deze twee artikelen:
Droogte sneller een probleem in het oosten en zuiden
Voor regio’s zoals Brabant, de Achterhoek en Overijssel zal een periode met droog weer sneller een probleem vormen. Er zijn hier minder waterreservoirs en de kleine bosvennen en riviertjes kunnen droog komen te liggen. Dit heeft gevolgen voor de flora en fauna.
In het algemeen is in deze gebieden sprake van zandgronden en hierdoor daalt het grondwaterpeil sneller dan bij bijvoorbeeld in kleigrond. Als gevolg hiervan zie je dat, in tijden van landelijke droogte, in deze regio’s als eerste een sproeiverbod moet worden ingesteld.
In dit artikel lees je over droogte en hoe de waterschappen hiermee omgaan.
