Gletsjers Zwitserland smelten in recordtempo

De gletsjers in de Zwitserse Alpen zijn dit jaar meer dan ooit gesmolten. Door de geringe sneeuw in de winter en de aanhoudende hittegolven in de zomer zijn de gletsjers 6 procent van hun totale volume verloren, zo stellen onderzoekers van de Zwitserse Academie van Wetenschappen.

Uit metingen blijkt dat de Zwitserse gletsjers dit jaar gemiddeld drie meter aan dikte verloren. Dat betekent dat ongeveer drie kubieke kilometer ijs oftewel drie biljoen liter water is weggesmolten: 6 procent van het totale volume van de gletsjers. "2022 was een rampjaar voor de Zwitserse gletsjers: alle records voor het smelten van ijs werden gebroken", stellen de onderzoekers in een woensdag verschenen rapport.

Door de klimaatverandering valt er de laatste jaren minder sneeuw op lagere hoogten, terwijl de smeltperiode steeds vroeger in het jaar begint. Volgens de wetenschappers was het sneeuwdek dat de gletsjers tegen de zon beschermt afgelopen voorjaar dunner dan ooit. De intense zomerhitte heeft het ijs vervolgens verder doen smelten. Bovendien waren er tussen maart en juni grote hoeveelheden Saharastof: de met stof bedekte sneeuw absorbeerde daardoor meer zonne-energie en smolt sneller.

Kleinere gletsjers zoals onder meer de Pizol-gletsjer, de Vadret dal Corvatsch en de Schwarzbachfirn zijn het zwaarst getroffen en nu zo goed als verdwenen, meldt het rapport. Daarin wordt gewaarschuwd dat als het klimaat niet wordt beschermd en de uitstoot van koolstofdioxide niet wordt verminderd, over vijftig jaar alle gletsjers in Zwitserland bijna zijn verdwenen.