Uitgangspositie van droogteseizoen iets beter dan afgelopen jaren

Nederland gaat dit jaar het droogteseizoen in met een wat gunstiger uitgangspositie dan in de afgelopen twee jaar, als gekeken wordt naar de gevallen neerslag in de eerste maanden van het jaar. Afgelopen januari was in het hele land natter dan normaal en ook in maart is het op veel plekken al natter dan normaal met nog meer neerslag op komst.

Daar staat tegenover dat het in februari erg droog was. Aan de westkust en in Zeeland viel 10 tot 15 millimeter. Op de Veluwe, in de Achterhoek en het oosten van Twente viel 48 tot lokaal 56 millimeter, en ook dat was 10 tot 23 millimeter te weinig voor februari. In Limburg viel 35 tot 45 millimeter dan normaal.

In de maand maart valt gemiddeld 47 tot 74 millimeter neerslag. Tot nu toe is op grote schaal 50 tot 70 millimeter gevallen, met regionaal 80 tot 90 millimeter. In Zeeland is plaatselijk al 100 millimeter gevallen. Alleen op sommige plaatsen in Groningen, Drenthe, Overijssel en Friesland is de maandsom regen nog niet bereikt. In de rest van het land is het al natter dan normaal en er wordt nog meer neerslag verwacht.

Regionale verschillen

Alles bij elkaar opgeteld is sinds het begin van het jaar op grote schaal 30 tot 40 millimeter meer neerslag gevallen dan normaal. Er zijn wel regionale verschillen. Zo is helemaal in het noorden de neerslag net de normaal gepasseerd. In Midden-Limburg viel regionaal net wat minder, maar volgens de huidige verwachting zal daar begin april ook meer dan de normale hoeveelheid neerslag zijn gevallen.

In 2022 was januari te droog, februari erg nat en maart recorddroog. Ook toen waren er grote regionale verschillen. In het zuiden en westen viel de eerste drie maanden minder neerslag dan normaal, maar in het midden en noordoosten was de totale hoeveelheid neerslag bovengemiddeld door de natte februari. In 2021 was het in januari vooral in het zuiden natter, in februari op grote schaal te droog en ook maart was toen te droog. Begin april was toen op de meeste plaatsen veel minder neerslag gevallen, alleen in het zuidoosten niet.

Het droogteseizoen loopt van 1 april tot en met 30 september. In die periode wordt vanaf 1 april het neerslagtekort berekend. Dat getal start elk jaar op nul en is gericht op het verloop van het seizoen en niet zozeer op de aanvangssituatie. Het neerslagtekort zegt vooral iets over de droogte in de toplaag van de grond en werkt langzaam door naar de stand van het grondwater. Daarbij speelt ook mee hoeveel water wordt aangevoerd door de rivieren, in welke mate het water wordt ingelaten en hoeveel er wordt onttrokken door bijvoorbeeld landbouw.