Weer licht van invloed op verkiezingsopkomst

Door-de-regen-naar-het-stembureau-1280x600

Op 20 maart gaan in Nederland de stemlokalen open. Weer of geen weer, miljoenen mensen gaan stemmen voor de Provinciale Statenverkiezingen. Een klein deel laat het tripje naar de stembus echter afhangen van de weersomstandigheden. En dat terwijl het volgens ons eigen onderzoek vaak slecht weer is bij de Provinciale Statenverkiezingen.

Waar de gemiddelde temperatuur bij de verkiezingen met 8,6 graden doorgaans normaal is voor de tijd van het jaar, verloopt de verkiezingsdag bovengemiddeld somber en nat. Dat blijkt uit ons onderzoek naar het verband tussen het weer en de opkomst bij de Provinciale Statenverkiezingen sinds 1966.

Zo schijnt de zon op de dag van de Provinciale Statenverkiezingen gemiddeld 3 uur, terwijl 4 normaal is. De hoeveelheid neerslag ligt gemiddeld op 2,7 millimeter, tegen 1,9 op een normale maartdag. Daarbij regende het ook langer dan normaal: 2,9 uur tegen een gemiddelde van 2 uur precies.

Neerslagduur bepalende factor

Die neerslagduur is van belang voor de opkomst. Hoe langer het regent, hoe lager de opkomst. Omgekeerd brengt de zon juist iets meer mensen op de been.

Eenzelfde conclusie trokken onderzoekers van de Radboud Universiteit Nijmegen in 2011. Wordt het heel warm, dan valt de opkomst 1 procent hoger uit, zo ontdekten drie sociologen na een analyse van de Tweede Kamerverkiezingen tussen 1971 en 2010. Bij heel slecht weer ligt de opkomst gemiddeld 1 procent lager.

Vooral voor Limburgers is dat laatste interessant. We kwamen er in ons onderzoek namelijk achter dat het weer in Maastricht met de Provinciale Statenverkiezingen doorgaans slechter is dan in de rest van het land. Zo ligt het aantal regenuren in de Limburgse hoofdstad bijvoorbeeld op 4,1. Voor Den Helder ligt dat aantal 2 uur lager.